Volgens de jaarlijkse AD-test is de gekochte oliebol niet te vreten, maak ze dus lekker zelf! Ik ben zelf niet zo gek op sucade, je kunt het er ook uitlaten.
Ingrediënten:
500 gr. bloem 1 eetl. zout 55 gr. gist
150 ml. lauwe melk 1 ei 100 gr. pitloze rozijnen
75 gr. krenten 50 gr. gesnipperde sukade 25 gr. gesnipperde sinaasappel-schilletjes
2 grote appels poedersuiker, vermengd met vanillesuiker
Bereidingswijze:
Zorg ervoor dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn, ook de beslagkom, wanneer het gistbeslag wordt gemaakt. Doe de bloem met zout in de kom, maak in het midden een kuiltje. Wrijf de gist met een paar lepels melk vloeibaar. Doe de gist in het kuiltje, breek daar ook het ei in. Giet het grootste gedeelte van de handwarme melk in het kuiltje en roer vandaaruit alle bestanddelen met de beslaglepen of de handmixer door elkaar. Klop het beslag glad. Zorg dat de kom niet kan wegglijden door deze op een vochtige doek te zetten. Neem de steel van de lepel in de vuist en 'besla' het beslag door dit met de lepel stevig tegen de binnenzijde van de kom te slaan. 80-100 slagen zijn voldoende. Doe dit eventueel met de mixer, maar 'mix' niet te lang. Het gebak rijst dan wel mooi uit, maar zakt later weer in. Maak met een pannelikker de lepel en de komrand schoon, zet de kom op een warme plaats. Dek de kom af met een in warm water gespoelde, goed uitgewrongen doek en laat het beslag 1 uur rijzen. Was intussen de rozijnen en krenten enkele malen in warm water. Laat het water goed uitlekken en droog de vruchten in een doek of met keukenpapier. Roer de sukade- en sinaasappelsnippers door elkaar en leg ze op de rozijnen en krenten. Boor en schil de appels, snijd ze in kleine stukken en roer deze goed door de gereedstaande vulling. Zet die opnieuw op die warme plaats. Leg de vulling op het gerezen deeg en schep de vulling daar met een telkens in water gedompelde grote metalen (groente-) lepel vlug, maar voorzichtig door. Zorg dat het frituurvet zo warm is, dat er een wolkje damp verschijnt (170-180 graden). Begin dan meteen te bakken. Maak twee, bij voorkeur ronde, lepels even vet in de olie. Laat de lepels even bekoelen en schep er dan porties beslag mee in het vet. Maak met de lepels enigszins ronddraaiende bewegingen, zodat de oliebollen rond worden en geen slierten krijgen. Neem oliebollen die gaar en goed van kleur zijn uit het vet. Laat overtollig vet even boven de pan uitlekken en leg de oliebollen op vetabsorberend papier. Strooi er voor het opdienen veel poedersuiker op.
EET SMAKELIJK!"
Ingrediënten:
500 gr. bloem 1 eetl. zout 55 gr. gist
150 ml. lauwe melk 1 ei 100 gr. pitloze rozijnen
75 gr. krenten 50 gr. gesnipperde sukade 25 gr. gesnipperde sinaasappel-schilletjes
2 grote appels poedersuiker, vermengd met vanillesuiker
Bereidingswijze:
Zorg ervoor dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn, ook de beslagkom, wanneer het gistbeslag wordt gemaakt. Doe de bloem met zout in de kom, maak in het midden een kuiltje. Wrijf de gist met een paar lepels melk vloeibaar. Doe de gist in het kuiltje, breek daar ook het ei in. Giet het grootste gedeelte van de handwarme melk in het kuiltje en roer vandaaruit alle bestanddelen met de beslaglepen of de handmixer door elkaar. Klop het beslag glad. Zorg dat de kom niet kan wegglijden door deze op een vochtige doek te zetten. Neem de steel van de lepel in de vuist en 'besla' het beslag door dit met de lepel stevig tegen de binnenzijde van de kom te slaan. 80-100 slagen zijn voldoende. Doe dit eventueel met de mixer, maar 'mix' niet te lang. Het gebak rijst dan wel mooi uit, maar zakt later weer in. Maak met een pannelikker de lepel en de komrand schoon, zet de kom op een warme plaats. Dek de kom af met een in warm water gespoelde, goed uitgewrongen doek en laat het beslag 1 uur rijzen. Was intussen de rozijnen en krenten enkele malen in warm water. Laat het water goed uitlekken en droog de vruchten in een doek of met keukenpapier. Roer de sukade- en sinaasappelsnippers door elkaar en leg ze op de rozijnen en krenten. Boor en schil de appels, snijd ze in kleine stukken en roer deze goed door de gereedstaande vulling. Zet die opnieuw op die warme plaats. Leg de vulling op het gerezen deeg en schep de vulling daar met een telkens in water gedompelde grote metalen (groente-) lepel vlug, maar voorzichtig door. Zorg dat het frituurvet zo warm is, dat er een wolkje damp verschijnt (170-180 graden). Begin dan meteen te bakken. Maak twee, bij voorkeur ronde, lepels even vet in de olie. Laat de lepels even bekoelen en schep er dan porties beslag mee in het vet. Maak met de lepels enigszins ronddraaiende bewegingen, zodat de oliebollen rond worden en geen slierten krijgen. Neem oliebollen die gaar en goed van kleur zijn uit het vet. Laat overtollig vet even boven de pan uitlekken en leg de oliebollen op vetabsorberend papier. Strooi er voor het opdienen veel poedersuiker op.
EET SMAKELIJK!"